Tour de France, etappe 2 Utrecht-Zelande
“Dit is pas echt koersen. Ze rijden met een gemiddelde van zo’n 55 kilometer per uur. Let wel: met de wind op de kant! Dan ontstaan er waaiers. En zo hoort het te zijn. Om voorin te zitten en dit tempo vol te houden, moet je echte tijdritbenen hebben. Ben je een matige rijder, dan word je achterin simpelweg door het toilet getrokken.
Met een beetje pech krijg je een lekke band en moet je maar zien dat je tussen de auto’s terugkomt. Dan moet je je vervolgens door het peloton een weg terugharken.
En dan zit zo’n treintje van zes man voorin en sleurt aan het peloton. Dan moet je als ploeg oppassen dat je niet boven je theewater komt en uitgewoond raakt. Op zo’n moment moeten de renners in gesprek raken met hun benen.
Uiteindelijk wint na zo’n rit de man met de beste turbodijen. Cancellara.”