Altijd lastig, die combinaties van twee voorzetsels. Schrijf je ze los of aan elkaar vast?
Hoofdregel
Hoofdregel is dat je ze aan elkaar vast schrijft.
Het liefst zit ik helemaal achterin.
Piet zit er altijd bovenop.
Spring maar achterop.
Twee uitzonderingen
Er zijn twee uitzonderingen. Je schrijft de voorzetsels als twee losse woorden, wanneer:
- er een zelfstandig naamwoord volgt,
- er een persoonlijk naamwoord achter staat (mij, jou, jouw, hem, haar, ons, jullie, hen).
Boven op de kast lag de buit.
Opa zat het liefst achter in de kamer.
De inbreker sprong boven op hem.