Gebarentaal is topsport

  • Door Taaluilen
  • 23 oktober 2015
doventolk

doventolk

De doventolk

Ik zit samen met Willem voor in een sober zaaltje. Achter ons nog zeven rijen met tien plastic kuipstoeltjes. Voor ons een groot scherm en apparatuur voor een presentatie. Overal staan dozen van verhuisformaat op elkaar gestapeld. Ze zijn bekleed met kleurige stickers: De Week van de Crowdfunding. Ik heb er stiekem in gespiekt: ze zijn leeg. Jammer, denk ik met een inwendige grijns. Langzaam stroomt het zaaltje achter ons vol met tachtig collega-ondernemers die ook wel eens wat over crowdfunding willen weten. Een vrolijke spreker leidt het eerste halfuur het onderwerp in. Hij weet er veel van, met recht een expert.

Ineens valt mijn oog op een mevrouw rechts van het scherm. Ze zit met haar rug naar het scherm en met haar gezicht richting zaal, en beweegt druk met haar mond en haar handen. Ze heeft haar halflange haar met een vooruitziende blik in een staartje vastgebonden. Het springt enthousiast met haar hoofdbewegingen mee. Ze is overduidelijk doventolk. Op drie meter afstand zit op de eerste rij een meneer gebiologeerd naar haar te kijken. Hij zit er een beetje onderuitgezakt bij en kijkt indringend over zijn bril heen met licht gefronste wenkbrauwen. Hij hangt aan haar lippen en haar vingers. Zijn mond hangt open van de concentratie.

doof

De spreker voor de groep heeft de vaart erin. Hij vertelt in snel tempo, want zijn tijd is beperkt: na hem komen nog drie andere sprekers. Het is een vol programma van twee uur. Floep floep floep, flitst hij van de ene zin naar de andere. De doventolk floepfloepfloept mee. Hij stapt ervaren met een handmicrofoon door de zaal voor alle vragen uit het publiek en stapt weer even energiek naar voren terwijl hij alvast aankondigt bij wie hij het antwoord op de vraag gaat halen. De doventolk spitst haar oren namens de man op rij één.

De spreker maakt het de doventolk niet makkelijk. Alert en ad rem reageert hij op alles wat hem opvalt. “Ah, u hebt al een voetenbankje gevonden, zie ik”, grapt hij tegen mij. Ik heb mijn voet op Willems tas gelegd. Met mijn 1 meter 57 zijn stoelen voor mij al gauw te hoog.
“Ah, daar komt een blije meneer terug,” zegt hij als Willem even naar het toilet is geweest. De mevrouw voor in de zaal beeldt nog net geen mannelijke toiletbeweging uit.

De doventolk heeft het warm. Op zoek naar koelte, trekt ze snel haar vest uit als er even een korte stilte valt. Het vest valt op de grond. Alert als hij is, signaleert de spreker de beweging. “Ah, kunt u mij bijhouden? Ga ik te snel?” De doventolk wil niet onsportief zijn en knikt snel dat dat wel lukt. Haar staartje knikt met haar mee. Terwijl het programma verder gaat, zie ik hoe de warmte langzaam haar gezicht rood kleurt, en dan doorkruipt naar haar hals en haar decolleté. Maar ze laat de man op rij één niet in de steek. Ze gaat maar door en door en door. Net zoals de spreker. Haar vingers vormen de  letters van onbekende namen. Ze vat lange zinnen samen en kijkt blij bij een optimistische bewering. Als de spreker twijfelt, schudt ze haar hoofd heen en weer, terwijl haar lippen de woorden vormen en haar handen de bijbehorende gebaren maken. Hoe ze het allemaal voor elkaar krijgt …?

Na twee uur zijn zelfs haar blote armen en haar handen rood van de inspanning. Ik weet het vanaf vandaag absoluut zeker: gebarentaal is multitasking en topsport tegelijkertijd. En zij? Zij is een vakvrouw pur sang.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven