Het Groot Dictee der Nederlandse Taal

  • Door Taaluilen
  • 23 november 2014
groot dictee 2014

groot dictee 2014

Daar ga ik weer. Ik kan de uitdaging niet weerstaan. Ik zal en ik moet meedoen aan Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Het is een prestigekwestie geworden. Als de Nederlandse taal dag in dag uit je hoofdbezigheid is, moet je daar toch iets fatsoenlijks van kunnen maken? Tot nu toe is me dat maar matig gelukt met zo rond de 15 fouten (waar ik stiekempjes best trots op ben).

Het Groot Dictee foutloos schrijven, dat lukt maar een enkeling. Hoe komt dat?

Absurde woorden

Het dictee van 2011 ging over het onmogelijke onderwerp ‘Zelfverminking’ in de betekenis die Freud daaraan heeft gegeven. Niet dat het wat uitmaakt, want aan het eind van de rit weet je toch niet wat er nou precies over werd gezegd. Je bent veel te druk met het bij elkaar geraapte zootje absurde woorden. Het dictee van 2013 was daarbij wel het toppunt. Het was zo vergezocht dat de Telegraaf de volgende dag kopte: “Geef het Dictee terug aan kijker.”

Tot mijn grote verbazing heb ik juist die moeilijke woorden vaak wel goed. Kwestie van logisch nadenken en de spelling van soortgelijke woorden voor de geest halen. Vraag me alleen niet wat ze betekenen …

2011: Het ‘verbod op de incestueuze objectkeuze’, zoals Freud het accuraat formuleert, is ooit geïnitieerd om impulsief bloedvergieten te voorkomen.

2012: De dichter Charles Baudelaire die zonder kitschtrukendoos de schoonheid blasfemeerde door uit modder goud te destilleren, vergeleek het leven met een ziekenhuis waarin iedere patiënt coûte que coûte een ander bed opeist.

2013: Zulke lammenadige anastrofes vernoemde de criticaster naar zijn tante Betje, in wier postale verbiage een heel aantal zeugmata, polysyndetonsen anakoloeten wiewauwde.

Streepjes en spaties

Mijn allerdiepste valkuil bestaat uit streepjes en spaties. Gelukkig ben ik daarin niet alleen. Schrijf je bij elkaar geraapt wel of niet aan elkaar? Horen er streepjes in dag in dag uit? Hoe zat het ook alweer met de streepjes in het voltooid deelwoord van e-mailen: geëmaild, geë-maild, ge-e-maild? Je gaat werkelijk overal aan twijfelen.

Achteraf weet ik het wel: stom! Tuurlijk was het ge-e-maild! Maar dan heb je in die split second al het verkeerde besluit genomen.

ervan uitgaande
het ja-en-amen
de in-en-in-trieste metrobuis
jip-en-janneketaal

Foutloos? Vergeet het maar!

Dit jaar heeft Bart Chabot het dictee geschreven. Hij had het in juni al klaar en vertelde bij Knevel en Van den Brink dat hij het anders had aangepakt. Het is een verhaal dat wij, eenvoudige Nederlanders, allemaal kunnen begrijpen. Het richt zich meer op regels en vervoegingen, en is “geen rariteitenkabinet van de Nederlandse taal”.

Ik ben benieuwd. En natuurlijk doe ik weer mee. Het Groot Dictee is een verslaving geworden.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven