Hoe vind ik de persoonsvorm?

  • Door Jos Verdaasdonk
  • 27 mei 2014
persoonsvorm

 

Waarom moet je weten wat de persoonsvorm is?

Je moet dat weten omdat zinnen draaien om de persoonsvorm en die persoonsvorm vertelt je heel veel.

  1. Gebeurt het nu, of is het al voorbij? (tegenwoordige tijd of verleden tijd)
  2. Om hoeveel gaat het, één of meer? (enkelvoud of meervoud)
  3. Over wie gaat het? Jij of ik, hij of zij? (1e, 2e of 3e persoon)

In al die gevallen moet je de persoonsvorm anders schrijven. Dan is het dus handig als je een snelle manier hebt om de persoonsvorm te vinden.

We nemen de volgende zin als voorbeeldzin:

Er valt opvallend veel regen en de rivieren overstromen vaker.

Manier 1

Dit is de simpelste: maak een vraag van de zin. Het woord dat verhuist, is de persoonsvorm.

Valt er opvallend veel regen en overstromen de rivieren vaker?

Manier 2

Verander de tijd waarop de gebeurtenis plaatsvond. Het woord dat meeverandert, is de persoonsvorm.

 Er viel in die tijd opvallend veel regen en de rivieren overstroomden vaker.

Manier 3

Verander het aantal van enkelvoud naar meervoud, of omgekeerd. Het woord dat meeverandert, is de persoonsvorm.

 Er vallen opvallend veel regenbuien en de rivier overstroomt vaker.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven