Die vervelende ij en ei
Wanneer schrijf je een lange ij en wanneer een korte? Er is nauwelijks systeem in te ontdekken.
Gelukkig gaat het bijna altijd bij dezelfde woorden fout.
Bijvoorbeeld bij leiden en lijden.
Ik las pasgeleden in een plaatselijk blaadje een bericht van de huisartsenpraktijk. Daar stond deze zin in:
Ook kunt u aangeven of u niet meer behandeld wilt worden bij uitzichtloos leiden.
Nou weet ik dat het soms moeilijk is om een team te leiden. Maar om dit zo uitzichtloos te noemen dat je niet meer behandeld wilt worden, dat gaat wel erg ver …
Ze bedoelden natuurlijk lijden.
Een ezelsbruggetje
Bij leiden denk je aan leiding geven. Er is niemand die lijding* schrijft, dus dat doe je vanaf nu altijd goed.
De mol leidde de groep vakkundig om de tuin.
De docent heeft ons door deze moeilijke materie geleid.
Bij lijden moet je denken aan pijn. Allebei met een lange ij. Lijden is niet fijn namelijk. Ook al met een lange ij. Mooi ezelsbruggetje, want vrijwel niemand schrijft pein of fein.
Hij lijdt aan een vervelende ziekte.
Het aandeel heeft verlies geleden.
Samenvattend
Gaat het om leiding geven dan schrijf je leiden.
Gaat het om pijn en niet fijn, dan schrijf je lijden.