De leraar die jou Duits geeft is een leraar Duits. Krijg je bijvoorbeeld techniek van een docent uit Duitsland dan is hij wel een Duitse docent. Bij andere talen werkt het natuurlijk net zo.
Die Chinese leraar gaf ons Engels, en de leraar Engels schoolde zich om tot leraar Chinees.
De docent Frans had een korte maar heftige relatie met de Franse docent uit Nice.
De Spaanse leraar uit Madrid droomde ervan leraar Nederlands te worden.
Zeg je nou geschiedenisleraar of leraar geschiedenis? Naar analogie van leraar Spaans is leraar geschiedenis wellicht logischer, maar beide versies zijn uiteraard goed.
Let op! Geschiedenisleraar schrijf je zonder spatie.