Begin 2016 was het noorden van Nederland in de greep van de ijzel. Zeker een centimeter dik lag het op auto’s, straten, bovenleidingen, takken en dakpannen. Het openbaar vervoer lag plat, scholen waren dicht.
Maar wie dacht dat het allemaal misère was, heeft het mis. Ze waren in Groningen, Friesland en Drenthe niet stuk te krijgen. De krant werd gewoon bezorgd voor 7.00 uur ’s ochtends. Kinderen en volwassenen hadden uren ijspret op straat. Op social media doken humoristische filmpjes op, bijvoorbeeld over een meneer die wanhopig met zijn vuilniszak de ondergrondse vuilcontainer probeerde te bereiken.
Dat leidde tot een aantal leuke nieuwe woorden
straatsen – schaatsen op de laag ijzel op straat
de elfstratentocht – analoog aan de Elfstedentocht
ijzelvrij – iedereen die vrij kreeg vanwege de ijzel; analoog aan ijsvrij en vorstvrij
pinguïnloopje – de enige juiste manier van lopen op het glibberige ijsdek
Hoe lang deze woorden blijven leven? Dat ligt er maar net aan hoe vaak we nog zo veel ijzel krijgen als in deze periode. Die kans is niet zo heel groot, dus ze zullen de Van Dale vermoedelijk nooit halen.