Ik zit op dansles.
Oh? Wat leuk. Wat doe je?
Ik doe aan salsadansen.
Salsadansen aan elkaar?
Ja, dat klopt. Je danst de tango, de jive en de salsa, maar de activiteit heet tangoën, jiven en salsadansen. Je schrijft het dus aan elkaar, net zoals salsamuziek.
Toch zie je het ook vaak los geschreven, zelfs op de site van de Taalunie zelf.
(1) Tijdens het salsadansen ben/heb ik gisteren een oorbel verloren.
Bron: Taalunie
(3b) Geef mij maar een zuidelijk sfeertje met cocktails en salsa dansende vrouwen in bikini.
Bron: Taalunie
Wij gaan voor aan elkaar
Wij denken dat je het werkwoord aan elkaar moet schrijven en dat je het alleen los schrijft als je de salsa danst.
Als je het aan elkaar schrijft, moet je het in ieder geval net zo vervoegen als bijvoorbeeld stofzuigen.
salsadansen – gesalsadanst
(De kans dat je dit fout leest (salsage), is trouwens vrij groot.)
Wat vinden jullie?
Aan elkaar of los?