hen of hun
Wij hebben hun verslagen met 10-3. Wij hebben hen verslagen met 10-3. Hullie hebben een nieuwe auto gekocht … Veel mensen gebruiken hun op alle mogelijke manieren, ook daar waar het niet hoort: Als lijdend voorwerp: Zij hebben hun gefeliciteerd. Of zelfs als onderwerp: Hun hebben een andere auto gekocht. Je hoort het steeds meer en vooral …