die of dat?
Het paard die in de wei staat. Het paard dat in de wei staat. ‘Die’ en ‘dat’ zijn betrekkelijke voornaamwoorden. Ze verwijzen naar iets wat eerder genoemd is. Maar wanneer gebruik je nou ‘die’ en wanneer gebruik je ‘dat’? Die ‘Die’ verwijst naar de-woorden. De hond die altijd blaft. De man die vroeger bij mij …