Te danken aan, te wijten aan
Dat Jan zo veel gebroken heeft, heeft hij te danken aan zijn eigen onhandigheid. Dat Jan zo veel gebroken heeft, is te wijten aan zijn eigen onhandigheid. “Dank je wel. Heel erg bedankt hoor. Dat ik mijn eigen enkel en mijn eigen arm heb gebroken.” Natuurlijk bedoelt Jan dit niet zo. Hij wil helemaal niets en …