waaraan aan wie

waaraan / aan wie

De man waaraan hij veel te danken heeft. Het paard waarmee ik wedstrijden rijd. De man aan wie hij veel te danken heeft. Alle drie goed! Heel veel mensen weten het zeker. De eerste zin links is fout. Jammer, ze hebben het helemaal mis. Alle drie de zinnen zijn namelijk goed. Er is nog een groepje …

waaraan / aan wie Lees meer »