Ja, het mag!
Mag dat, uitprinten? Of is het een contaminatie van printen en uitdraaien?
Wij hebben goed nieuws: het mag! Het staat zelfs in de Dikke van Dale.
Onze Taal zegt dat bij uitprinten meer dan bij printen de nadruk ligt op het resultaat van de handeling. Het voorvoegsel benadrukt dat een handeling echt tot het eind toe wordt uitgevoerd.
Volgens ons gaat het nog een stapje verder: de handeling na afloop van het afdrukken is belangrijker bij uitprinten dan bij printen. Kijk maar eens naar de volgende zin:
Ik moet de tekening nog even printen.
Ik moet de tekening nog even uitprinten.
Het is bijna zeker dat de spreker na de tweede zin de tekening gaat bestuderen. Misschien is het een tekening van zijn nieuwe keuken en wil hij zeker weten dat alles er goed op staat.
De eerste zin klinkt veel nonchalanter. “Ik print hem even en dan is dat ook weer klaar.”
Nog een paar van dat soort voorbeelden:
afchecken (daarna is het goedgekeurd)
inregelen (daarna loopt de machine goed)
nachecken (daarna weet ik het zeker)
uitfilteren (daarna zijn ze verdwenen)
uitproberen (daarna kan ik een keuze maken)
uitsorteren (daarna heb ik een aparte stapel)
uittesten (daarna beslis ik of ik het doe)
inoefenen (daarna durf ik het te laten zien of horen)