Je kunt woorden verbuigen en vervoegen. Wat is het verschil?
Verbuigen
Woorden die van vorm veranderen omdat ze bij andere woorden moeten passen, vanwege
- het geslacht (vrouwelijk, mannelijk of onzijdig),
- het getal (enkelvoud of meervoud), of
- de naamval (persoonlijke voornaamwoorden).
Verbuigen doe je met zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. De letter/letters die erachter komt/komen, noemen we de uitgang.
de goedkope olie
hun warme welkom
onze goede wensen
een boeiender verhaal
het allermooiste
Vervoegen
Werkwoorden die van vorm veranderen, vanwege
- de wijs (onbepaald, aantonend, gebiedend, aanvoegend),
- de tijd (heden, verleden, toekomst), of
- de persoon (enkelvoud: ik, jij, hij, zij, het; meervoud: wij, jullie, u, zij).
Vervoegen doe je met werkwoorden. Vaak wordt de stam van het werkwoord als basis gebruikt.
De koning moet lang leven.
Hij leeft al 45 jaar.
Leef je uit!
Lang leve de koning!
Mijn katten hebben lang geleefd.