Advies: Stop geen overdosis aan informatie in je tekst
Natuurlijk wil je je lezer graag informeren, maar heb als schrijver niet de illusie dat bij de lezer alles binnenkomt en dat hij alle informatie onthoudt. Zeker niet als je je tekst ermee volstopt. Je schotelt gasten toch ook niet in één keer twee borden soep voor? Verlaag daarom de informatiedichtheid van je tekst.
Denk bij het schrijven altijd goed aan die andere partij, de lezer. Vaak heeft die geen boodschap aan jouw boodschap. Zeker als het ook nog eens moeite kost het allemaal te begrijpen. Dan haakt hij onherroepelijk af.
Neem nou deze tekst. De lezer krijgt een grote hoeveelheid informatie te verwerken.
Hoe ontwikkel je een integraal kindcentrum (IKC)? Wat zijn de knelpunten en welke stappen moeten worden doorlopen om te komen tot een succesvol kindcentrum? Voldoet een IKC aan de maatschappelijke ontwikkelingen in deze tijd en profileert de school zich als aantrekkelijke school voor huidige en toekomstige ouders? Hoe creëer je een gezamenlijke visie ten aanzien van de ontwikkeling van kinderen met verschillende partijen die ieder een eigen identiteit hebben? Hoe kunnen de leerkrachten en pedagogisch medewerkers elkaar optimaal aanvullen? Wat zijn de behoeften van ouders? Heel veel vragen die beantwoord dienen te worden bij het ontwikkelen van een IKC.
De lezer ziet een reeks vragen achter elkaar die steeds een ander onderwerp raken. Hij kan het allemaal niet zo snel onthouden. Laat staan dat hij ook maar bij benadering zinvolle antwoorden kan geven op al die vragen.
Wil je dat je boodschap de lezer bereikt? Verlaag dan de informatiedichtheid!
Hoe verlaag je de informatiedichtheid?
1. Verdelen
Je verdeelt om te beginnen de informatie over twee alinea’s. Een witregel doet al wonderen. Dat is wel het minste wat je kunt doen om de lezer al niet bij voorbaat af te schrikken.
2. Schrappen
Schrappen is de kunst van het weglaten. Daar is wel een beetje lef voor nodig. Beperk je tot de hoofdzaken en laat de rest achterwege. Wat de lezer niet ziet, mist hij in de regel ook niet.
3. Afwisselen in stijl
De lezer heeft het met al die hijgerige vraagzinnen heel snel gehad. Als je toch per se alle informatie kwijt wilt, verpak die dan anders. Voorbeeld zoals hieronder:
Hoe ontwikkel je een integraal kindcentrum (IKC)? Wat zijn de knelpunten en welke stappen moeten gezet worden? Voldoet het IKC aan de maatschappelijke ontwikkelingen en profileert de school zich als aantrekkelijke school voor huidige en toekomstige ouders?
Dit zijn belangrijke vragen die je met de betrokken partijen moet beantwoorden. Verder moeten de participanten vanuit hun eigen identiteit een gezamenlijke visie formuleren voor de ontwikkeling van kinderen. Van belang is ook dat leerkrachten en pedagogisch medewerkers binnen het IKC elkaar optimaal aanvullen. Ten slotte spelen de behoeften van ouders een belangrijke rol.
Zoals je ziet, is de tekst verdeeld over twee alinea’s. De eerste alinea hanteert de vraagvorm terwijl de tweede alinea gebruik maakt van ‘gewone’ zinnen. Die zijn als slagroom op de taart met de structuuraanduiders ‘verder’, ‘ook’ en ‘ ten slotte’ aan elkaar verbonden.
4. Samenvatten
Durf je nog een stap verder te gaan? Vat dan je tekst samen en neem een andere gelegenheid te baat om het onderwerp verder toe te lichten.
Hoe ontwikkel je een integraal kindcentrum (IKC) en hoe maak je daar een succes van? Wat is de beste manier om als partijen een gezamenlijke en herkenbare visie te formuleren die voor de ouders herkenbaar is? Op welke wijze creëer je synergie tussen leerkrachten en pedagogisch medewerkers.
De lezer begrijpt dat er nog veel moet gebeuren en op welke gebieden. En dat is meer dan genoeg. De hoofdvragen blijven gehandhaafd. De ‘subs’ kunnen later nog aan de orde komen.