Welke van onderstaande zinnen spreekt jou het meeste aan?
Er wordt alles aan gedaan om onze klanten snel te helpen.
We doen er alles aan om onze klanten snel te helpen.
Voel je het verschil?
De eerste zin is veel afstandelijker dan de tweede.
Je hebt geen idee wie er alles aan doet om de klanten sneller te helpen. Is dat het bedrijf zelf of een ander? De tweede zin is veel persoonlijker en aansprekender dan de eerste zin.
Zo min mogelijk ‘worden’
Het werkwoord ‘worden’ zorgt voor die afstand.
Kijk even naar de volgende twee zinnen:
Deze zin is in de lijdende vorm geschreven. Je ziet dat aan het werkwoord worden. Het is een passieve zin. Hij vertelt de lezer niet wie de leerlingen precies in de kantine ontvangt. De directeur? De docent Nederlands? De conciërge? Of nog iemand anders?
Deze zin is in de bedrijvende vorm geschreven. Het is een actieve zin. Hij vertelt de lezer precies wie de leerlingen ontvangt in de kantine, namelijk de brugklasmentor.
Het gebruik van de lijdende vorm is niet fout, maar meestal wel heel vaag, saai, droog, zakelijk en onpersoonlijk. Je ziet het vaak in ambtelijk en wetenschappelijk taalgebruik. Daarom toch de duim naar beneden voor de eerste zin en het advies om ‘worden’ niet vaker te gebruiken dan nodig is.
Soms wel
Soms ontkom je er niet aan om de zin lijdend te formuleren. Kijk maar even naar deze zinnen. Hier is het helemaal niet belangrijk wie het precies doet. Het gebeurt gewoon.
Fietsen worden verwijderd.
Uw tekst wordt opgeslagen.
Kinderen die vragen, worden overgeslagen.