Waar zet ik de komma?
Voorbeeld 1 – Een complete zin zonder aanduiding van de spreker.
- De aanhalingstekens komen aan het begin en het eind.
- Alle leestekens vallen binnen de aanhalingstekens.
“Ik ga dit document even scannen.”
“Zal ik dit document even scannen?”
“Ik ga dit document even scannen!”
Voorbeeld 2 – Een complete zin met aanduiding van de spreker.
- De punt vervalt en na het aanhalingsteken wordt een komma geplaatst.
Let op: de komma komt dus buiten de aanhalingstekens en niet daarbinnen. Dit is de meest gemaakte fout. - Andere leestekens (?, !) vallen wél binnen de aanhalingstekens.
- Na ? of ! mag een komma geplaatst worden (maar dat hoeft niet). Die komma valt dan weer buiten de aanhalingstekens.
“Goed, dan kunnen we het daarna mailen”, zei Paula.
“Zullen we het daarna mailen?”, vroeg Paula.
“Daarna ga ik het mailen!” riep Paula.
Voorbeeld 3 – Een complete, maar onderbroken zin met aanduiding van de spreker.
- De zin wordt onderbroken op een logisch punt, bijvoorbeeld op een plek waar toch al een komma stond. Dan plaats je de aanhalingstekens zoals in Voorbeeld 1 en 2.
- De zin wordt onverwacht onderbroken: de komma valt buiten de aanhalingstekens.
“Goed,” zei Paula, “dan kunnen we het daarna mailen.” (zie dezelfde zin hierboven)
“Zullen we”, vroeg Paula, “het daarna mailen?”
Voorbeeld 4 – Een gedeeltelijke zin.
- De punt valt buiten de aanhalingstekens.
- Het citaat begint met een kleine letter.
Paula vond de mail “mooi geschreven”.
Om te onthouden
Het is een behoorlijk ingewikkelde regel, die over aanhalingstekens en komma’s.
Het simpelste is te onthouden dat de komma bijna altijd buiten de aanhalingstekens komt. Dan doe je het vrijwel altijd goed namelijk.