Beleidstaal

  • Door Jos Verdaasdonk
  • 02 november 2015
Beleidstaal

beleidstaal

Met onze sterke merken hebben we een stevige marktpositie in alle onderdelen van de mediabranche. Dankzij ons multimediaal portfolio zijn we in staat elke consument in Nederland te bereiken. Wij weten wij als geen ander wat er leeft in de wereld van de media, kennis die toegevoegde waarde biedt voor onze zakelijke partners. Wij mogen ons vol trots het sterkste mediabedrijf van Nederland noemen, een positie die we niet alleen willen behouden, maar ook verder uitbreiden in termen van marktpositie, performance en reputatie.

Sterk staaltje beleidstaal

De tekst hierboven komt met wat knippen en plakken letterlijk van het internet. Het lijkt erop dat de schrijver met deze tekst zijn aandeelhouders wilde informeren of andere bedrijven wilde prikkelen tot samenwerking. Als dat zijn doel was, is het prima.
Maar als hij de koper van zijn tijdschriften wilde raken, heeft hij misgeschoten.

Het ziet er namelijk naar uit dat deze webtekst rechtstreeks uit een beleidsplan is gehaald. Aanpassinkje hier, aanpassinkje daar en hij is geschikt voor extern gebruik, dacht de schrijver misschien. Maar zo werkt het natuurlijk niet echt. Als webtekst is dit veel te moeilijk en de informatie is bovendien voor de gemiddelde lezer niet interessant. Resultaat? Nul komma nul.

Waaraan kun je dit soort ‘beleidsteksten’ herkennen?

Kenmerken van ‘beleidsteksten’

1. Ze zijn intern gericht en dat zie je aan het veelvuldig gebruik van woorden als ‘wij’, ‘ons’. Ook staan interne ambities centraal. In de tekst hierboven zie je dat bijvoorbeeld aan ‘stevige marktpositie’, ‘elke consument in Nederland te bereiken’, ‘vol trots het sterkste mediabedrijf van Nederland noemen’, ‘die positie willen wij niet alleen behouden, maar ook verder uitbreiden’.

Beleidsteksten slagen niet voor de ego-test. Deze teksten zijn erg formeel en afstandelijk. Dat uit zich in lange zinnen en niet alledaagse woorden.

2. Wij mogen ons vol trots het sterkste mediabedrijf van Nederland noemen, een positie die we niet alleen willen behouden, maar ook verder uitbreiden in termen van marktpositie, performance en reputatie.

Woorden die je vaak in beleidsteksten tegenkomt: 
toonaangevend, deel uit maken, benodigd, grootst mogelijk, onbetwist, conform, reeds, aan uw wensen voldoen, integendeel, ons credo, markant, groeiende (deelwoorden), creëren.

3. Gebruik van management jargon. Dat zijn geen woorden waarop je besluit nu maar eens dat product aan te schaffen of die reis te boeken. Hoogstens zijn ze interessant voor een aandeelhouders of partnerbedrijven.

Een paar voorbeelden: missie, visie, strategie, portfolio, performance, ambitie, beleid, keten, marktleider, segment, basisprincipes, innoveren.

4. De teksten zijn vooral gericht op het overdragen van kennis. Veel minder op het beïnvloeden van de houding van de lezer of het aanzetten tot actie.

Als de lezer niet in actie hoeft te komen en geen positieve mening over jouw onderwerp hoeft te ontwikkelen, is er niets aan de hand.

Herschrijven heeft geen zin

Het heeft geen zin om de tekst bovenaan dit artikel te herschrijven. Er wordt immers geen enkel voordeel voor de klant en/of lezer genoemd. Voordat de schrijver een tweede tekst produceert, moet hij eerst formuleren wat hij wil bereiken (doel) en nagaan wat de behoefte van de doelgroep is.

Dus kies niet voor de weg van de minste weerstand.
Denk eerst goed na over het ‘waarom’ van je tekst.
Wat is je doel? Waarom is je boodschap de moeite van het lezen waard? En wie gaat je tekst lezen?
Pas daar je taalgebruik op aan.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven