Het vliegtuig land waarschijnlijk te laat. De KLM vermoed dat de vertraging mee zal vallen. We zien wel waar het schip strand. Meldt maar wanneer je meer weet, anders houdt ik wel contact.
Controleer je werk(woorden)!
Nog veel taalgebruikers worstelen met d of dt. Ze schrijven dt als het d moet zijn, en andersom. Werkwoordsfouten vallen de lezer op en leiden tot een hoop ergernis. Je maakt er dus geen goede beurt mee.
Check je tekst dus altijd op d en dt.
Je hoort ‘m niet
Om te beginnen dit: Het probleem met die d of dt bestaat alleen bij werkwoorden die eindigen op -den. Bijvoorbeeld: aanmelden, worden, lijden, belanden, binden, antwoorden.
Waarom? Omdat ‘ik antwoord’ klinkt als [ik antwoort]. De d klinkt als een t.
En nog vervelender: ‘hij antwoordt’ klinkt ook als [hij antwoort].
Je hoort ‘m dus niet.
Bij alle andere werkwoorden hoor je de t wel gewoon.
Hij loopt naar de stad.
Zij boekt een reis.
Jij klinkt verkouden.
Juist omdat je hier de t wel goed hoort, is er een truc uit te halen met die werkwoorden. Je vervangt gewoon elk werkwoord waar je over twijfelt door ‘loop’ of ‘loopt’. Dat doe je namelijk automatisch altijd goed.
Doel van de test
Voorkomen van dt-werkwoordsfouten.
Hoe werkt de test
Uitwerking
Het vliegtuig land (landen) waarschijnlijk te laat. De KLM vermoed (vermoeden) dat de vertraging meevalt (meevallen). We zien wel waar het schip strand (stranden). Meldt (melden) maar wanneer je meer weet (weten), anders houdt (houden) ik wel contact.
Het vliegtuig (loopt =) landt waarschijnlijk te laat. De KLM (loopt =) vermoedt dat de vertraging (loopt =) meevalt. We zien wel waar het schip (loopt =) strandt. (Loop) Meld maar wanneer je meer (loopt =) weet, anders (loop =) houd ik wel contact.