Het belang van een goeie toon

  • Door Jos Verdaasdonk
  • 13 februari 2015
toon is king

Het belang van de toon

Meetbaar en niet meetbaar

Als schrijver moet je rekening houden met het doel van je tekst en voor wie je schrijft. De inhoud moet kloppen en je tekst moet passen in het gekozen medium. De tekst moet samenhangend zijn, zinnen niet te lang en woorden niet te moeilijk. Genoeg om aan te denken, maar allemaal zaken die je kunt afkaderen en definiëren.

Maar taal is nu eenmaal geen algebra. Soms laten dingen zich niet meten en zijn ze helemaal niet zo tastbaar. Toon is daar het ultieme voorbeeld van.

Toon

De toon van een tekst is een vaak onderschat fenomeen. Je kunt je lezer er volledig mee inpakken, maar je kunt hem ook van je wegjagen. Een boodschap in de juiste toon zal doel treffen, maar in de verkeerde toon zijn doel volledig missen.

Een eenvoudig voorbeeld:

  1. Sodemieter op man! Ik sta hier nu al uren te wachten tot ik aan de beurt ben!
  2. Wil je heel misschien aan de kant gaan? Ik kan er niet langs en volgens mij is het mijn beurt.
  3. Ik weet het niet zeker, hoor … maar kan het zijn dat het mijn beurt is? Dan wil ik er graag langs.
  4. Wil jij die man eens vragen of hij aan de kant gaat? Dit is ons nummer dus wij zijn aan de beurt.
  5. Ja, ons nummer! Joehoe!! Eindelijk! Wij zijn aan de beurt! Mag ik erlangs?
  6. Ach laat maar joh. Het zal onze beurt wel zijn maar we kunnen er toch niet langs.

De inhoud is in alle zes de zinnen hetzelfde en het doel ook: de spreker wil erlangs want hij is aan de beurt. Waarschijnlijk staat dezelfde man of vrouw vlak voor de spreker en ook het medium is identiek, namelijk gesproken taal. Het is de toon die het verschil maakt.

De toon geeft de boodschap emotie mee. Voor bovenstaande voorbeelden zou je die zo kunnen benoemen: (1) verontwaardigd, (2) beleefd, (3) onzeker, (4) terughoudend, (5) blij, (6) onverschillig.

Die toon vorm je met de opbouw van je zinnen en de keuze van je woorden. Beeldspraak kan er ook een belangrijk onderdeel van uitmaken. Beleving en emotie. Herkenning.
Daar draait het om bij toon.

Twee voorbeelden

Afgelopen week las ik bij toeval twee teksten die erboven uitsprongen als het gaat om toon. Bij de een mankeerde misschien wel wat aan de zinslengte en bij de ander zat het misschien niet overal even lekker met de woordkeuze en de zinsopbouw. Maar ik was bereid ze dat allemaal te vergeven omdat de tekst me volledig inpakte. Niet dankzij de leuke kopjes of de mooie structuur, de keurige zinnen of de fraaie opmaak. Maar wel dankzij de toon, de beleving en de herkenning.

De strijd om een flexplek op kantoor is een strijd op leven en dood geworden. Had iedereen vroeger zijn eigen plekkie met een wrakkig bureau, een campingstoel en wat rotte mandarijnenschillen, tegenwoordig zwoegt de kantoortijger met rolkoffers vol dossiers, een karretje met zijn persoonlijke franje en een loodzware laptop door de gangen met het mantra ‘zit hier al iemand’.

Ook fijn van flexplekken is de kruisbestuiving als je telkens ergens anders zit. Ja, de virussen, afgeknipte nagels en zuur geworden slagroom tussen de plakkerige toetsenborden, dat natuurlijk ook, maar denk ook eens aan al die nieuwe kinderverhalen, al die nieuwe kattenplaatjes en al die nieuwe kantoorquotes die je op steeds wisselende plekken meekrijgt. Er gaat een wereld voor je open.

Deel van de blog van Japke-d. Bouma “De hel die flexplek heet”.

De tweede zin telt in de eerste alinea 44 woorden en in de tweede 41. De regeltjes zeggen dat dat de leesbaarheid niet bevordert. Nu bevatten beide zinnen een dubbele opsomming. In alinea 1 bestaat die uit bureau, campingstoel en mandarijnenschillen, en rolkoffers, karretje en laptop. Daardoor lijkt die zin lang, maar als je de opsomming weglaat, blijven er maar 20 woorden over. En dat is dan wel weer ongeveer binnen de grenzen van die regeltjes.

Ach weet je. Het is een superblog. Beetje ironisch, beetje hilarisch en toch positief. Lees vooral ook de rest!

Het tweede voorbeeld ontving ik in de mail. Een klein stukje daaruit:

toon is king

de toon van een tekst

Geen perfecte zinnen, een beetje een mix van spreektaal en formelere taal en geen gelikte opmaak. En dan in de schoenen van de lezer stappen en gewoon zeggen dat het een interessant verhaal is. Dat noem ik nog eens lef! Het trekt mij in ieder geval gewoon over de streep.

En dit was het onderschrift van die mail:

Mocht u door deze ongevraagde mail geïrriteerd zijn geraakt, druk dan heel boos HIEROP en wij zullen u niet meer lastig vallen.

Indien deze mail volgens u beter terecht kan komen bij iemand anders binnen uw onderneming, wilt u deze dan even doorsturen?

Heel informeel, vrolijk en met de nodige zelfspot geschreven. En dan toch de tweede zin beginnen met het formele ‘Indien’. Het kan me niets meer schelen. Ik wil wel meer weten.

Je moet ook een beetje durven

Je moet ook wel een beetje durven natuurlijk. Dat “plekkie met die rotte mandarijnenschillen” moet je maar op papier durven zetten. En dat onderschrift met de tekst “druk dan heel boos HIEROP” is ook best gewaagd. En toch maakt dat nu juist de tekst zo herkenbaar, dat het een glimlach op je gezicht brengt.

Alle fouten in de tekst zijn plotseling vergeven.

Grotere bedrijven maken hier gebruik van en hebben een ’tone-of-voice’ ontwikkeld. Dat is de toon die door het hele bedrijf consequent wordt gehanteerd. Zodat hun boodschap het grootste effect heeft op de klant. IKEA is daar een bekend voorbeeld van. En Rituals ook.

Zo belangrijk is toon dus.

 

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven