Over dit onderwerp wordt veel geschreven en gepraat. Maar hoe bepaal je nou of de tekst die je geschreven hebt klantgericht is. Je moet dan in ieder geval een scheiding aanbrengen tussen taalgebruik en inhoud.
Tip 1: Taalgebruik
Je moet er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de lezer met speels gemak jouw tekst kan lezen. Hoe minder hij hoeft te lezen, hoe beter het is. De lengte van de zinnen is natuurlijk ook cruciaal, zinnen van 12 woorden zijn lang genoeg.
De kop en de tussenkoppen zijn ook van belang. Trekken ze de aandacht van de lezer? Prikkelen ze de lezer om door te lezen?
Tip 2: Inhoud
Wat moet er bij de lezer blijven hangen na het lezen van de tekst? Welke voordelen ziet hij? Wat vindt hij interessant?
‘Wat Heeft De Klant Daar Aan?’ Als je vanuit die invalshoek gaat schrijven, maak je de inhoud veel sterker. Zet de voordelen voor de klant op een rij voordat je met schrijven begint. Dat helpt echt! Bedenk ook dat de lezer vaak geen boodschap aan jouw boodschap heeft. Je moet hem dus echt verleiden.
Tip 3: Ego-test
Een handig hulpmiddel is de ego-test. Zet een streepje onder de woorden ‘ik, mij, wij en ons’. Zet een cirkel om de woorden ‘je, jij, jouw en uw’. Heb je meer streepjes dan cirkeltjes, dan ben je gezakt voor de ego-test. Je schrijft meer vanuit jezelf dan voor de klant.
Het tekstje hieronder is een mooi voorbeeld van een klantgerichte tekst:
Betere gesprekken voeren op de werkvloer
Communiceren doe je altijd en overal. Je zou verwachten dat we daar goed in zijn. Toch gaat het vaak mis. Waar ligt dat aan en wat kun je zelf doen om effectiever te communiceren op de werkvloer? Hierover gaat de training waarbij ik je een aanpak aanreik die je altijd kunt inzetten en waarmee je gegarandeerd succes hebt. Je eigen situaties vormen het uitgangspunt en werkmateriaal voor deze praktische training.
Je ziet het zelf:
Weinig tekst
Pakkende titel
Korte zinnen
Genoeg voordelen voor de lezer
Geslaagd voor de ego-test
Zo simpel is het dus!