Structuur reflectieverslag

  • Door Jos Verdaasdonk
  • 21 september 2015
structuur reflectieverslag

reflectie

Reflecteren

Reflecteren is bewust nadenken over je eigen handelen om op die manier je professionaliteit te vergroten. Dat is meteen ook het doel van een reflectieverslag: je reflecteert op je eigen leren en handelen. Je geeft aan wat je hebt geleerd en/of wat je sterke en zwakke kanten zijn. Je doet verslag van je eigen ontwikkeling.

Structuur

Als je een reflectieverslag schrijft, heb je veel steun aan een goed bouwplan. Dat zorgt ervoor dat er een logische opbouw in je verhaal zit.  Je weet welke onderwerpen je gaat behandelen in welke volgorde. Het zorgt ervoor dat je tijdens het schrijven niet meer na hoeft te denken over de opzet van de tekst. En je weet zeker dat je niets vergeet.

Veel reflectieverslagen zijn opgebouwd volgens de STARR-methode. STARR staat voor Situatie, Taak, Actie, Resultaat en Reflectie.

S = SITUATIE

Wat was de situatie?
Wie waren erbij betrokken?
Waar speelde de situatie zich af?
Wanneer speelde de situatie?
Wat gebeurde er?
Was er een probleem?

T = TAAK

Wat was je taak?
Wat was je rol?
Wat werd er van je verwacht?
Wat vond je dat je moest doen? (Wat verwachtte je van jezelf in deze situatie?)
Wat wilde je bereiken (doel)?

A = ACTIE

Hoe heb je gehandeld?
Beschrijf je concrete gedrag.
Wat was je reactie op de situatie?
Wat dacht je?
Wat voelde je?

R = RESULTAAT

Wat was het effect van jouw handelen op anderen?
Welke reacties gaven anderen op jouw handelen?

R = REFLECTIE

Wat vind je van je handelen?
Wat ging er goed?
Wat ging er niet goed?
Wat kan je de volgende keer anders doen?
Wat heb je hiervoor nodig?

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven