Kleuren met woorden
Vervelende boodschappen zijn niet leuk om te brengen. Daarom verpakken we ze vaak in woorden die luchtiger zijn en positiever klinken. Dat kan met de stijlfiguren eufemisme en understatement.
Understatement
In een understatement is altijd iets van spot aanwezig. Je kiest wel vriendelijke woorden, maar doet daar dan nog een schepje bovenop, waardoor iedereen direct begrijpt dat het eigenlijk veel erger is dan het lijkt.
Die akelige dictator is een onvriendelijk mannetje.
De directeur van Unicef heeft een leuk salarisje.
De schade aan de auto was wel iets meer dan een paar biertjes.
Eufemisme
Eufemisme kan een mooie stijlfiguur zijn in je tekst en een verrijking van onze taal opleveren. Ouden van dagen werden bejaarden werden ouderen werden senioren. Helaas gebruiken politici eufemismen te vaak om de waarheid te verbloemen (laatste twee voorbeelden hieronder). Daar heeft het verschijnsel een negatief imago van gekregen.
Zij is heel wat zwembandjes kwijt.
Uw zoon heeft een heel eigen manier van communiceren met de docent.
Gerrit heeft vannacht ongewenst bezoek gehad …
Deze wijk heeft te maken met probleemjongeren (lees: criminaliteit).
Ons beleid in de gezondheidszorg is een gevolg van de terugtredende overheid (lees: zoek het zelf uit).
Unspeak
Sommige politici gebruiken verdoezelende woorden zelfs om de mening van de kiezer te manipuleren. Je kunt door de woordkeuze eigenlijk niet tegen zijn. Dat is geen ‘leuke’ stijlvorm meer. Dan hebben we het bijna over een wapen. Ook lobbyisten en actiegroepen maken hier gebruik van.
Voorbeelden zijn:
kopvoddentax (iemand met een vod om zijn kop kan niet veel soeps zijn)
etnische zuivering (wie is er nou niet voor schoon?)
GreenPeace (groen en vrede, wie is daar nu niet voor?)
Dit fenomeen is voor het eerst omschreven door Steven Poole in zijn boek UNSPEAK – Words are weapons (2007).