dan als

  • Door Willem Verdaasdonk
  • 02 maart 2018
dan als
Ik ben groter als Piet.
Ik ben groter dan Piet.

Dan of als?

Het is lastig te onthouden: wanneer moet het dan zijn, en wanneer als? Ik heb er zelf ook moeite mee. Voor ik het weet, heb ik het al fout gedaan … En ik ben niet de enige.

Daarom geef ik jullie mijn ezelsbruggetje:

denk aan even groot als

Ik heb namelijk nog nooit gezien dat iemand even groot dan* schreef. Kennelijk kunnen we dat beter onthouden.

Maar voor de zekerheid toch ook nog even de regel.

Hoe is de regel?

  1. Bij gelijkheid gebruik je als.

  2. Bij ongelijkheid of verschil gebruik je dan.

Hij houdt meer van rockmuziek (ongelijkheid >) dan zijn broer. Die luistert meestal naar Nederlandstalig.

Maar hij heeft zijn muziek net zo hard staan (gelijkheid >) als zijn broer. Het is bij ons soms net een disco.

Dubbel fout!

Dubbel fout is deze zin:

Hij is groter als mij.

Fout 1 is dat het om een ongelijkheid gaat en dus gebruik je dan.

Fout 2 is het gebruik van mij. Als je de zin langer maakt, hoor je het: Hij is groter dan ik ben.

De goede zin is daarom:

Hij is groter dan ik.

Maar let op!

Er is één geval waarin sprake is van ongelijkheid en je toch als moet gebruiken. Dat is in zinnen met zo.

Die Kenianen lopen de marathon wel drie keer zo snel als de meeste recreanten.
Hun huis is eens zo groot als dat van ons.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven