Niet uit de toon vallen
Tja, welke van de twee gebruik je als je met je jasje of je dasje niet uit de toon wilt vallen? Passend of gepast?
Van Dale vindt dat beide vormen goed zijn. Dit is wat de Dikke Van Dale (14e editie) erover zegt:
gepast
2. betamelijk, voegzaam
• een gepaste bescheidenheid
• hij gaf een gepast antwoord
passend
1. zo zijnde dat het bij iets anders past, daarbij hoort
• dat is geen passend behang voor deze kamer
• passend werk, een passende werkkring
• een passend geschenk
2. zo zijnde als voegt of betaamt
• een passend gebruik van iets maken
Het mag dus allebei.
Wel heeft ‘passend’ een extra betekenis, namelijk de juiste vorm of grootte, zodat het op of in iets past.
Je bent welkom, maar trek dan wel gepaste kleding aan.
Typisch Bert en Annie om op hun feest zo zwaar te tillen aan passende kleding.
Deze plank is te breed. Ik moet hem passend maken.
Koop altijd goed passende kleding.