Tip 1. Ga uit van de vragen die de bezoeker zich stelt.
- Waar ben ik?
- Wat bieden ze hier aan?
- Waarom moet ik hier zijn en niet ergens anders?
- Krijg ik hier een antwoord op mijn vraag?
- Waar moet ik beginnen?
Probeer in één zin (tagline) duidelijk te maken
- wat je doet, en
- waar je goed in bent.
De tagline van de Efteling is bijvoorbeeld: Sprookjes bestaan.
Heb je er moeite mee dat in één zin te doen, gebruik dan hoogstens drie korte zinnen.
Tip 2. Wat zoekt de bezoeker?
Bedenk dat de bezoeker komt om iets te vinden of te doen, niet om iets te lezen en zeker niet om veel te lezen.
Gebruik dus zo min mogelijk tekst. Probeer onder de honderdvijftig woorden te blijven. Scrollen wordt wel steeds meer geaccepteerd, maar houd het toch beperkt.
Leg kort en krachtig uit waarom het voor de bezoeker interessant is de site te bezoeken. Spreek hem rechtstreeks aan. Geen afstandelijke tekst dus.
Tip 3. Lezers hebben weinig tijd en geduld.
Val met de deur in huis en vermijd het welkomstwoord.
Zet de tekst niet in één blok. De informatie is dan niet scanbaar en dat ontmoedigt de bezoeker om te gaan lezen. Bouw in plaats daarvan je tekst op in hapklare brokken met korte zinnen.
Zorg voor een slotzin die de bezoeker verleidt de website verder te verkennen.