‘-(t)je als ‘zondeverzachter’

  • Door Taaluilen
  • 20 februari 2014
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ons geliefde achtervoegseltje

We houden allemaal van de mooie dingen van het leven. Een glaasje op zijn tijd en desnoods twee of meer. Of veel meer … En soms schreeuwt je lichaam om een snelle, vette hap bij de cafetaria om de hoek, niet gezond maar wel heel lekker. Je weet hoe slecht het is, maar een dag niet gerookt is een dag niet geleefd.

Niet al te gezond, hoort eigenlijk niet, mag eigenlijk niet maar we doen het toch. En om de zonde te verzachten, maken we er met zijn allen gewoon een verkleinwoord van. Komt het stukken minder heftig over. Borreltje voelt minder heftig dan borrel. Een patatje voelt beduidend kleiner dan een bord patat. In een taartje zitten nauwelijks calorieën en in een sigaretje zit bijna geen nicotine. En hoe onschuldig is een wipje? Kost nauwelijks tijd.

Ons vocabulaire is indrukwekkend

Drank pilsje, biertje, pintje, wijntje, neutje, borreltje, glaasje, kleintje, drupje, (nog) eentje
Roken sigaretje
sigaartje
Drugs jointje
lijntje
Eten taartje
frietje, patatje, kroketje, balletje (gehakt)
Seks nummertje, vluggertje, wipje
Spel kaartje
gokje

En als we ziek zijn? Ook dan gooien we er -(t)je tegenaan om het te bagatelliseren. Het is maar een griepje. Een zalfje en een pilletje, paar daagjes rust en het is weer over. En anders maar een pleistertje erop.

Proost, we drinken er eentje op je gezondheid.

Meer over

Deel dit artikel

Scroll naar boven