“Wij hebben de oplossing voor elk bloemenvraagstuk.” Het stond er echt. In een advertentie van een bloemenwinkel. “Hee Anne, waarom ga jij altijd naar die bloemenzaak?” “Nou, ze hebben altijd een oplossing voor mijn bloemenvraagstuk.” Anne zal het zo nooit zeggen en de rest van Nederland ook niet. We krijgen het onze strot eenvoudigweg niet uit. Jammer dat we het wel uit onze pen weten te persen. We schrijven heel anders dan we praten en dat is best jammer.
Misschien ligt het bij heipalen anders, maar bloemen lenen zich bij uitstek voor teksten die de lezer verleiden. Bloemen kopen is emotie en bloemen geven nog meer. Als je de winkel binnenstapt, kijken de rozen, tulpen, chrysanten, fresia’s en anjers je met grote ogen aan. Ze willen met jou mee op weg naar een mooie vaas in een warme woonkamer. Daar willen ze stralen en geuren en kleuren. Ze willen bewonderd worden. Ze vrolijken ons op en geven kleur aan ons bestaan.
Kijk, zo zijn we al een mooi stukje verwijderd van dat akelige ‘bloemenvraagstuk’.
Je zult een bosje rode rozen zijn. Bloedmooi en zo rood als rood maar zijn kan. En dan gaat de winkelbel. “Precies het bosje dat ik zoek. Wat mooi, die neem ik mee, speciaal voor haar. Speciaal voor haar.” Wat is het dan mooi als je een bosje rode rozen bent.
Of deze.
Je geniet nu al van het moment. Dat je op de deurbel drukt. Is ze thuis? Gelukkig, haar voetstappen. De deur zwaait open, ze is nog mooier dan ze gisteren was. Een warme zoen laat voelen hoe welkom ik ben. “Voor jou.” “Voor mij? Wat lief. Ik pak die witte vaas. Wat lief van jou.”
Verleiden is niet moeilijk, juist heel menselijk en heel dichtbij. Misschien kom je zelfs met heipaal nog wel een heel eind.
Het lot van een heipaal. Hoe zwaar, robuust en stoer je ook bent, meedogenloos de grond ingeslagen om voor vele generaties totaal onzichtbaar te zijn. Jarenlang soms eeuwenlang, eenzaam in vette, vochtige klei. Onzichtbaar voor de wereld. Onmisbaar voor de wereld.